Vroeger toen ik nog een klein meisje was
En dat is best wel heel vroeger, want ik ben alles behalve klein. In die tijd woonden we naast een buurvrouw (echt? ja echt 😉 ). Deze buurvrouw is ook de enige die mij Frederiqueje mag noemen. Want toen ze me leerde kennen was ik nog een Frederiqueje.
Haar Indonesische roots zorgden ervoor dat ik heel wat nieuwe smaken leerde kennen. Nog steeds maak ik mijn saté met een recept wat oorspronkelijk van haar kwam. Inmiddels heb ik wel een en ander aangepast naar de smaak van mijn jongens, maar de basis is nog steeds hetzelfde.
Deze buurvrouw had ook een mooie kachel. Perfect ding, hout erin en je kon het deeg voor de oliebollen erom heen zetten om te rijzen. Bovenin de kachel was een ruimte waar je dingen kon opwarmen. Toen ik klein was dacht ik altijd dat de bapaobroodjes die mijn buurvrouw uit de kachel haalde, ook uit haar keuken kwamen. Helaas was dat niet zo, maar die broodjes waren altijd erg lekker. Zo lekker dat je mij echt blij kunt maken met een broodje bapao.
Een tijd geleden las ik ergens dat er zoiets bestond als bapaomeel. Meteen mijn moeder een seintje gegeven dat als ze een keer bij een toko kwam, ze een zak mee moest nemen. Een week later kwam ze thuis met een zak bapaomeel en sindsdien stond die zak onaangeraakt in een kastje. Tot vanmiddag.
Want vanmiddag had ik ineens zin om dat deeg te gaan gebruiken, mede doordat we een vrachtlading gehakt in de aanbieding gekocht hadden en dat me tegemoet geurde. Dus op internet een recept gezocht voor het deeg, gekeken naar recepten voor de vulling en uiteindelijk eigenlijk alleen het eerste opgevolgd en het tweede lekker zelf gemaakt.
Op dit moment liggen de eerste broodjes te stomen in de pan. Ik hoop dat ze lekker worden 😉
3 Antwoorden aan “Vroeger toen ik nog een klein meisje was”
Reacties zijn gesloten.